donderdag 14 december 2017

Onderzoek in het Zeeuws Museum

Gedurende de maanden dat wij bezig zijn met het nieuwe project over brei-en haakwerk in de Zeeuwse streekdrachten valt op hoe anders dit onderzoek verloopt in vergelijking met ons onderzoek naar Zeeuwse visserstruien. Bij het project van de visserstruien begonnen we met twee patroontjes uit een oud boekje, één originele trui en duizenden foto’s om door te ploegen. Het duurde jaren voordat we visserstrui nummer twee en drie ontdekten. We breiden - turend op oude foto’s - eindeloos ‘proef’ om de patronen van de bewuste truien letterlijk ‘boven water’ te krijgen!

En nu? Hoe anders gaat het nu! Kijken we alleen al naar de avonddoekjes, dan valt op hoe ongelofelijk veel er bewaard zijn gebleven én nog gedragen worden, bijvoorbeeld tijdens het ‘sjeesjesrijden'.

Sjeesjesrijden rond het Abdijplein in Middelburg- Foto Internet

We worden dan ook overstelpt met enorme hoeveelheden prachtige en bijzondere doekjes. Op Walcheren zijn er niet alleen bij de mensen thuis, maar ook in de diverse musea en depots ontzettend veel opgeslagen. En de streekdrachtgroepen?  Die kunnen ons blij melden dat ze ook nog wel een paar dozen avonddoekjes hebben staan!

Met het namaken en uitschrijven van ál die doekjes kunnen we waarschijnlijk de rest van ons leven vooruit. We verkeren nu in een dermate luxe positie dat we keuzes moeten gaan maken om al deze enorme hoeveelheden ‘aan te kunnen’. Daarom besluiten we ons voorlopig te richten op het breiwerk in de streekdracht. Met breiwerk hebben we zelf de meeste ervaring.. én ‘feeling’.
Dit betekent niet, dat er met het haakwerk niets gebeurt. We hebben inmiddels contact met een ervaren haakster, Liesanne, die ons wil helpen met het uitwerken van gehaakte onderdelen. Dat is fijn!

In de Zeeuwse streekdracht is nog veel meer breiwerk te vinden dan alleen in avonddoekjes. Daarom bezoeken we het depot van het Zeeuws Museum in Middelburg.


Op een koude winterochtend worden we hartelijk verwelkomd door collectiebeheerster Karina Leijnse. Via allerlei gangetjes, trappen en liften worden we steeds dieper de krochten van het Abdijcomplex in geleid om uiteindelijk in het depot aan te komen.
Karina heeft voorwerk voor ons gedaan: op een lange tafel liggen een groot aantal gebreide kledingstukken. En wat voor kledingstukken!


In de 20ste eeuw breidde men niet alleen sokken en kousen, maar vooral ook mutsen, slaapmutsen, haakmutsen en labedissen. Labedissen zijn gebreide of gehaakte armwarmers, meest voorkomend in zwart of wit.
In het bijzonder de fijnheid van al het breiwerk maakt indruk; een aantal kledingstukken is met zijde op naalden 1 gebreid, echt prachtig om te zien! 





Een hele morgen lang mogen we elk steekje, patroon en naadje bestuderen. Karina verschaft ons de nodige informatie over tijdsperiodes, maaksters en de gebieden waaruit dit breiwerk afkomstig is. Het blijkt ook interessant te zijn om er achter te komen hoe deze collectie is opgebouwd; ook dít geeft informatie, vooral over hoe men vroeger naar breiwerk keek.

Nee.. bang om ons te vervelen zijn we de komende jaren niet. Dit project zal ons zonder twijfel heel veel nieuwe uitdagingen en inspiratie bieden!